JUNIKEVER

junikever-afb1.jpg (3449 bytes)Uiterlijke kenmerken
Lichtbruine, 14-18mm lange kever met een geelbruine beharing. De kever is iets 'ronder' en kleiner dan de meikever en heeft geen witte vlekken op de zijkant van zijn achterlijf.

Voorkomen
De junikever komt minder algemeen voor dan de rozekever. Tot op heden is de soort alleen waargenomen op een aantal plaatsen in het midden, oosten en zuiden van ons land. Ernstige schade kwam vooral voor op sportvelden in de buurt van Venlo, Enschede en Aalten. Op een aantal golfterreinen was de junikever in de negentiger jaren zeer talrijk en schadelijk, terwijl de rozekever en de meikever hier een veel kleinere rol speelden.

Vlucht
De vliegperiode is afhankelijk van de bodemtemperaturen gedurende het voorjaar. In de zomer van 1967 werd een ongebruikelijk vroege massale vlucht waargenomen tussen 25 juni en 13 juli na een warm voorjaar. In de zomer van 1987 was de vlucht later; deze begon rond 20 juli en eindigde in de eerste week van augustus. In 1989, eveneens na een warm voorjaar, begon de vlucht omstreeks 16 juni en duurde tot de tweede week van juli. In het warme voorjaar van 1993 begonnen de massale vluchten ook zeer vroeg, omstreeks 20 juni. De vlucht van de junikever is zeer opmerkelijk. Deze begint, evenals bij de meikever het geval is, 's-avonds wanneer de zon juist is ondergegaan en duurt ongeveer een uur, afhankelijk van de weersgesteldheid. In tegenstelling tot de meikevers vliegen de junikevers niet in de duisternis en ori๋nteren zich niet op lamplicht.

Levenswijze
Na de vlucht verdwijnen beide sexen in de dichte bodemvegetatie. De paring vindt plaats op het gras waarna het wijfje nog enige minuten rondloopt alvorens de grond in te gaan om eieren te leggen. De larven komen na ongeveer een maand uit het ei. In de loop van de zomer ontwikkelen ze zich tot tweede stadium larven en overwinteren in dit stadium. Het volgend jaar groeien deze uit tot derde stadium larven welke overwinteren op ongeveer 40 cm diepte. In het jaar daarop verpoppen de overwinterde derde larvenstadia zich in mei. Het popstadium duurt ongeveer 30 dagen. De uitgekleurde adulten wachten onder de grond tot de geschikte temperatuur is bereikt om tevoorschijn te komen. De junikever heeft ้้n generatie per twee jaar.

Copyright ฉ Insect Consultancy 2011