| ROZEKEVERDOLKWESP | 

Op diverse plaatsen in Nederland is de dolkwespsoort Tiphia femorata 
aangetroffen. De rozekeverdolkwesp zoekt zijn prooi op in de gangen in de grond 
en verlamt deze door een steek. Vervolgens wordt een ei gelegd aan de onderzijde 
van de engerling. De hieruit komende 
larve leeft ten koste van de engerling die hierdoor sterft.
Het aantal eieren welke gelegd kunnen worden door deze parasiet is afhankelijk 
van de eiwitvoeding van de wesp. Bij voorkeur bezoekt deze wesp de bloemen van 
schermbloemigen. De vliegtijd van de wesp valt samen met de bloei van o.a.
wilde peen (Daucus carota). Hierop voeden de wespen zich met de 
pollen die voor hen een eiwitbron vormen. Daarnaast vormt de nectar van deze 
planten een goede energiebron die de wesp nodig heeft voor zijn graafwerk. Het 
effect van de aanplant van wilde peen is nog niet uitputtend op een 
wetenschappelijke manier onderzocht. De verwachting is dat er een 
bestrijdingseffect kan optreden bij aanplant van wilde peen. De plaag zal 
hierdoor niet geheel verdwijnen maar het populatieniveau van de engerlingen van 
de rozekever zal hierdoor wel afnemen. Beneden een bepaald populatieniveau zal 
de predatie door vogels, dus secundaire schade, beperkt kunnen blijven. Om deze 
methode op de juiste wijze uit te voeren is de hulp van een specialist nodig. 
Hij kan vaststellen of deze (kleine en totaal ongevaarlijke) wesp voorkomt en op 
welke wijze de omstandigheden optimaal gemaakt kunnen worden voor een zo groot 
mogelijk effect.
 
 

Copyright © Insect Consultancy 2011